Voormeer Beperkt toegankelijk voor publiek
18e-eeuwse woning, destijds van de familie Van Heloma, met fraai gerestaureerd interieur.
In 1629 stond hier al een gebouw met een bescheiden aanleg, bewoond door kapitein Jacques van Oenema. In 1632 verruilde hij het bezit voor Oenemastate, van jonker Gerrit van Sickinga. In de 18de eeuw verwierf de koopman Johannes de Jong het deftige huis, dat hij Voormeer noemde.
Vanaf 1755 tot 1922 woonde hier het geslacht Van Heloma.
In 1753 is het huis gesloopt en in 1756 was de bouw van het huidige pand gereed. Er verrees een gebouw met een voor- en achterhuis van één bouwlaag op een souterrain. De voorgevel werd voorzien van een statige ingangspartij, een geprofileerde kroonlijst en vermoedelijk een dakkapel. Het voorhuis werd in 1846 met een verdieping verhoogd, waarbij de kroonlijst op de verhoogde gevel werd hergebruikt. De verbouwing hield verband met het onderbrengen van het kinderrijke gezin van Marcus van Heloma.
De huidige voorgevel bestaat uit twee verdiepingen. Alle vensters kregen toen grotere schuiframen. De breedte van de gevel bleef met vijf raamvakken gehandhaafd. In het huis bevindt zich nog de zaal met 18de eeuwse stucversiering in rococostijl in het plafond en in de buffetnissen aan weerskanten van de marmeren schouw. De gang met pleisterwerk en de rechter voorkamer met goudleerbehang zijn ook het noemen waard. Bij de restauratie in 1979 werd de 18de eeuwse keuken hersteld.
In 2001 werd de tuin, die ook een ontwerp van L.P. Roodbaard bleek te zijn, gerestaureerd. Bij het huis hoort een wit gepleisterde tuinmanswoning aan de oostzijde. Voormeer wordt particulier bewoond.
In de tuin onder meer een aardig koepeltje. Rudolf Wielinga (zie: Bewoners) publiceerde in 2016 over deze en vele andere koepels Tuinhuizen in Fryslân.
Op 17 november 2011 verscheen het boek Voormeer Heerenveen, Familiehuis van de Heloma's, van de hand van Rudolf Wielinga, Bernhard van Haersma Buma en Rita Radetzky. De eerstgenoemde bewoonde destijds (en nu) het huis en gaf in de 20e eeuw leiding aan de restauratie.
Tot 1922 was Voormeer echter in het bezit van de familie Van Heloma. De vervener Nicolaas van Heloma (1709-1774) woonde aanvankelijk in Wolvega op Franckenastate. Voormeer werd toen bewoond door Anna Maria de Jong (1724-1760). In 1752 traden deze twee in het huwelijk, hij 43 jaar oud, zij 27. Aanvankelijk bleven zij in Wolvega wonen, en lieten het toenmalige Voormeer afbreken, waarschijnlijk omdat het onvoldoende gefundeerd was voor de slappe veengrond waarop het stond. In 1755 betrokken zij het nieuwe Voormeer, het huidige huis.
Het echtpaar kreeg twee kinderen, voordat Anna Maria op jeugdige leeftijd overleed. Hierna werd Nicolaas secretaris van Schoterland, een functie die later overging op zijn zoon Tjaart, toen 21 jaar oud. In 1766 kocht Nicolaas het goed Westerbeeksloot, dat later de 'kolonie van weldadigheid' Frederiksoord zou worden. In deze omgeving liet hij een tweede woning bouwen, het nu nog bestaande huis Westerbeek in Frederiksoord. Het vertoont enige gelijkenis met Voormeer.
Nicolaas had in 1748 octrooi verkregen voor het graven van de Helomavaart, tussen de Linde en de Tjonger. In deze vaart kwam hij in 1774 door verdrinking om het leven.