Oranjestein Beperkt toegankelijk voor publiek
Aan het einde van de Lindelaan in Oranjewoud rijst dit bepleisterde neo-classicistische gebouw op.
Het huis verrees op de plaats van het rentmeestershuis van de buitenplaats van de Friese Nassaus. In 1821 liet de doopsgezinde Leeuwarder koopman Pieter Cats hier een buitenplaats bouwen.
Oranjestein heeft twee bouwlagen op een kelder. De voorgevel is zeven vensters breed met een attiek op het uitspringend middengedeelte, waarin zich de ingang met bordes bevindt. De gevelindeling toont grote overeenkomst met die van Lyndenstein te Beetsterzwaag.
Later vererfde het buiten aan de familie Bieruma Oosting. Jan Bieruma Oosting, burgemeester van Leeuwarden, liet het gebouw in 1855 aan de achterzijde vergroten door architect H.R. Stoett. Ook liet hij enkele dienstwoningen en een oranjerie (1876) bouwen. De laatste verbouwing vond in opdracht van zijn zoon Johannes in 1897 plaats, toen de achtervleugel door H.H. Kramer werd aangebouwd. De architect heeft de huidige serre met balcon toen geplaatst.
De tuin werd door de bekende tuinarchitect L.Psz. Roodbaard in landschapsstijl aangelegd.
Nadat de laatste Oosting, Agatha Victoria, in 1968 kinderloos overleed, vererfde Oranjestein aan jkvr. A.V. de Beaufort-van Sminia. Het authentieke gebouw met een gaaf interieur, omgeven door het landschapspark maakt Oranjestein heel bijzonder. Het is na het overlijden van de laatste bewoonster in handen gekomen van de stichting Stinze-Stiens.
Het park is beperkt te bezichtigen. Gedurende de openingstijden (grofweg: 's zomers op zondagmiddag) is de Oranjerie geopend voor koffie/thee e.d. De Oranjerie kan ook worden gehuurd voor ontvangsten e.d.
Aan de voorkant van het huis staan een plataan en een rode beuk die voorkomen in het Landelijk Register van Monumentale Bomen. Ook in het park is een mooie beuk uit dit register te vinden.