Stinzenflora Toegankelijk voor publiek

Een zeer populair aspect van de Friese staten en stinzen is de aanwezigheid van stinzenflora in de tuinen en parken van een aantal van deze monumenten. Het woord 'stinzenplant' is zelfs afgeleid van, met name, de Schierstins. 

De belangrijkste vindplaatsen van stinzenflora rond staten en stinzen zijn: de Philippusfenne in Kollum, Martenastate in Koarnjum, Dekema State in Jelsum, Museum Martena in Franeker, Jongemastate in Raerd, de Schierstins in Feanwâlden en het Poptaslot in Marsum. Als we de Prinsentuin in Leeuwarden meerekenen (per slot van rekening was dit ooit het park achter het Princessehof), dan mag ook die hier worden genoemd.

De vroegste soorten zijn sneeuwklokje en winterakoniet (ayttablomke, naar Ayttastate of naar Viglius van Aytta). Andere, algemeen erkende soorten zijn: lenteklokje, vingerhelmbloem, holwortel, gele anemoon, gevulde bosanemoon, blauwe anemoon, longkruid, bostulp, daslook, Haarlems klokkenspel ('stinzeblomke'), knikkende en gewone vogelmelk, Italiaanse en gevlekte aronskelk, adderwortel. Daarnaast worden vaak diverse andere soorten meegerekend, zoals keizerskroon en kievitsbloem, en bepaalde krokussen en narcissen.

De meeste van bovengenoemde vindplaatsen zijn aangesloten bij de stinzenfloramonitor: https://www.stinze-stiens.nl/stinzenflora-monitor. Deze geeft - uiteraard in het voorjaar - aan welke soort waar in bloei staat en zelfs hoe ver de bloei op de verschillende plaatsen gevorderd is.


Afbeeldingen