Foto PN

Harinxmastate Niet toegankelijk voor publiek

Aan de oostkant van het dorp, aan de Van Harinxmaweg, staat dit monumentale gestucte pand met een ruim gazon ervoor. 

Het gebouw werd in 1843 gesticht door Maurits Pico Diederik baron van Harinxma thoe Slooten, grietman van Smallingerland, in neoclassicistische stijl. Hij deed dit nadat hij zijn huis in Drachten had laten afbreken.

Het rechthoekige gebouw van twee bouwlagen onder een schildkap had toen een andere voorgevel. Het aantal ramen was hetzelfde als nu maar voor het iets uitspringende middengedeelte stond een diepe zuilenportiek dat bekroond was door een fronton. In 1877 werd het gebouw aan de noordzijde uitgebreid door architect H.R. Stoett uit Leeuwarden, die aan de oostzijde ook in passende stijl de koetsierswoning met stal bouwde.

In 1929 liet Maurits Pico Diederik jr, een kleinzoon van eerdergenoemde, de state verbouwen. Architect W. Gerretsen uit Arnhem verving toen het fronton door een attiek rondom en de ramen voorzag hij door een roedeverdeling van kleine ruiten. Deze elementen geven het gebouw een markante en unieke uitstraling. De kantonrechter Maurits Pico Diederik bewoonde met zijn vrouw het huis tot 1934 (het voormalig kantongerecht bevindt zich op korte afstand van de state, richting dorp).

Harinxmastate herbergt een belangrijke collectie familieportretten. De state is omgeven door een tuin in de landschapsstijl. Het huis is in bezit van Kyra Livia barones van Harinxma thoe Slooten en wordt door de familie bewoond.

Aan de voorkant van het huis, op enige afstand, staat een grote beuk uit de tijd van de bouw (1843), die opgenomen is in het Landelijk Register van Monumentale Bomen

Uit: Ronald van Immerseel en Peter Verhoeff, Statig Beetsterzwaag. Parklandschap rond een Fries dorp. Utrecht: Matrijs, 2016.

<< Diederilk (Maurits Pico Diederik) van Harinxma thoe Slooten was tien jaar grietman van Smallingerland geweest, toen hij in de zomer van 1842 ontslag nam na een reeks van conflicten. Een daarvan ging over het luiden van klokken. In Friesland bestond het oude gebruik van het 'klokluiden' en de jeugd van Drachten hield dat in ere. Zijn vrouw Clara Feyona kon er beslist niet tegen. Dus vaardigde de grietman in 1841 een verbod uit. Toen dat niet werd nageleefd, liet hij de westelijke klok in de klokkentoren weghalen en de touwen opbergen. Maar de jeugd gaf niet op. De poliite werd met stenen bekogeld, het kastje met de touwen werd opengebroken en de klokken werden geluid. Daarna trok een driehonderd man naar Harinxmastate, dat toen nog in Drachten stond. De hekken werden in het water gesmeten, het theehuis werd vernield en er gingen stenen door de ruiten van de state. Kort daarna hiled Van Harinxma het in Drachten voor gezien. De state werd steen voor steen afgebroken en in 1843 opnieuw in Beetsterzwaag opgebouwd. De Van Harinxma's werden in de negentiende eeuw de belangrijkste adellijke familie van het dorp. Ze kwamen voort uit een oud geslacht, dat sinds de middeleeuwen in Friesland een vooraaanstaande  rol had gespeeld. Bijna zeventig jaar lang - van 1878 tot 1945 - dienden twee telgen Van Harinxma, vader en zoon, de provincie Friesland als Commissaris van de Koningin. >> (Eerst nog Koning, pn)

 

 


Afbeeldingen